Navigatie overslaan

“Ik heb eigenlijk nooit meer een aanval en als ik die krijg, weet ik wat ik moet doen. Ik heb weer zin om te leven.”

Samuel, 23 jaar.

Samuel kwam zijn kamer niet meer uit en had alle vertrouwen in de wereld verloren. Geen school, geen werk, niets om handen en als hij een stap buiten de deur zette sloeg de paniek toe. Een redeloze angst in zijn hoofd, door zijn hele lijf. Alles in de buitenwereld was eng en bedreigend; alles en alle mensen. Angst had de controle overgenomen. Er moest wat gebeuren, dit was geen leven meer. Maar wat te doen, wie kon helpen?

Nog geen jaar later pakt Samuel zijn koffers om op vakantie te gaan, naar Turkije. Moeder, stiefvader en Rudy, een oude jeugdvriend gaan ook mee. Ze hebben er net zoveel zin in. Een stukje van de wereld ontdekken, ver weg; het leek tot voor kort ondenkbaar. Lees hoe Samuel, stap voor stap, zijn angst overwint:

Paniekaanval

Eigenlijk gaat het nog lang goed met Samuel. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij nog klein was, een scheiding waar Samuel veel last van had. Een vader, die hij nooit meer ziet. Toch gaat het goed op de basisschool en op de middelbare school. Hij heeft geen moeite met leren; hij heeft vrienden; de kinderen in de buurt kennen hem en groeten hem. Pas als Samuel stage moet lopen op het MBO gaat het mis. De eerste stage in een supermarkt gaat moeizaam. Op de stage in het tweede jaar krijgt Samuel zijn eerste paniekaanval. 

“Ik begon te zweten en kon geen adem meer krijgen; ik dacht dat ik gek werd.” 

Zo’n aanval komt plotseling en is een erg beangstigende ervaring. Je snapt jezelf opeens niet meer.

Angst leidt tot vermijdingsgedrag

Het gaat van kwaad tot erger bij Samuel. Zijn aanvallen keren steeds vaker terug en Samuel wordt daardoor onzeker. Hij vertrouwt zijn lijf niet meer, hij vertrouwt zichzelf niet meer. Het idee dat anderen hem wel raar zullen vinden, zet zich vast in zijn hoofd. Dat helpt natuurlijk niet.

Als hij bang is, blijft hij thuis, maar zegt dat niet. Als het werk zijn moeder belt, hoort ze dat hij er niet is. Natuurlijk probeert ze Samuel te helpen, maar: “er was geen vinger achter te krijgen.” Samuel vermijdt steeds vaker situaties waarin hij bang is een paniekaanval te krijgen. Hij wordt bang om bang te worden en merkt niet dat zijn wereld daardoor steeds kleiner wordt. Hij kan de school niet afmaken, maar vindt ook geen goed alternatief. Uiteindelijk zit hij maar wat op zijn kamer. Alleen met zijn computer. Steeds later naar bed, steeds langer uitslapen; eigenlijk gebeurt er niets meer.

Zoektocht naar hulp

Moeder ziet Samuel ook wegglijden en probeert hulp te vinden bij verschillende instanties. Samuel gaat een paar keer ergens heen, maar zodra hij alleen op pad moet, klapt hij dicht. Ze boeken geen vooruitgang. Samuel wordt aangemeld voor de Wajong en via het UWV belandt hij bij een cursus begeleid voetballen. Klinkt misschien vreemd, maar de coach daar weet Samuel wel te overtuigen, dat er meer nodig is dan wat sport- en conditietraining. Je moet weer onder de mensen zien te komen, zegt hij en dat is blijven hangen. Samuel wil dat ook wel, maar hoe? Wie kan helpen?

Bij Fon van Molendrift klikt het

Moeder hoort op haar werk van Molendrift. Ze knoopt een praatje aan met de ambulant hulpverlener, die haar nieuwe moed geeft. Ze krijgt een verwijzing via haar huisarts en een tijd later gaan ze samen voor de intake naar Fon van Dusschoten. Samuel: “Ik moest wat testen doen en vertellen hoe het met mij ging. Ik voelde mij meteen op mijn gemak. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien omdat alles er zo gewoon is. 

“Het is er geen ziekenhuis of zo. En Fon die luistert alleen maar, die vindt niets gek.” 

Bij Samuel wordt een paniekstoornis geconstateerd en een sociale fobie, waardoor hij mensen en relaties uit de weg gaat. Samuel: “Fon leerde mij wat ik moest doen, als ik in paniek raak. Dan moest ik mijn aandacht vooral op de taak of omgeving richten. Een trucje, dat meteen werkte. Eerst bracht Marcel, mijn stiefvader mij nog, maar ik ging na een of twee keer al alleen naar Molendrift, naar Fon. Gewoon, omdat het daar goed was.”

Huiswerk: steeds meer durven

Samuel vertelt in welke situaties hij bang is om in paniek te raken. Samen met Fon maakt hij een lijst. Elke situatie krijgt een cijfer, hoe moeilijker de situatie, hoe hoger het cijfer. Fon daagt hem uit die situaties juist op te zoeken. Alleen naar de winkel. Eerst samen, maar dan alleen in de bus. In de trein naar zijn tante in Assen. Samuel leert razend snel. Waar hij eerst voortdurend gespannen is, merkt hij dat hij de angst de baas kan zijn. Samuel: “Dan dacht ik dat iets een 8 zou zijn, zo eng vond ik het. Maar dan bleek het achteraf maar een 6 of een 4.” Zo leert Samuel dat hij minder tegen dingen op hoeft te zien. Hij krijgt zijn gevoel van controle terug en zit prettiger in zijn vel.

Pillen helpen niets

Samuel is misschien geen prater, maar hij heeft ook weinig woorden nodig om iets te begrijpen. Fon leert hem dat je bij een angststoornis de neiging hebt om het gevaar van buiten te overschatten en je eigen kunnen onderschat. Samuel beoordeelt zichzelf door de ogen van anderen. Hij is erg gevoelig voor kritiek en vult gedachten voor anderen in. Ze zullen wel denken dat (…).  

“Nu weet ik dat het goed genoeg is, als je de dingen doet, die je wilt doen.“ 

Met hulp van Brenda Waggeveld, de GGZ-arts bouwt Samuel ook zijn medicatie af, die de huisarts had voorgeschreven. “Die pillen voegen helemaal niets toe. Het gaat er om wat je zelf doet”, zegt Samuel.

Werk buiten de deur

Via Fon komt Samuel ook op het spoor van zorgboerderij de Hoeve Paradij in Aduard. Daar gaat hij nu elke dag heen. Beesten verzorgen, de stal uitmesten, maaltijden verzorgen. Koeien, schapen, kippen, varkens, geiten en ook nog mensen van allerlei slag. Samuel houdt van beesten, maar boven alles houdt hij van de gezelligheid; de mensen om hem heen. “Als ik dit werk alleen moest doen, op een gewone boerderij, dan zou ik het niet willen.” Na de zomer wordt Samuel assistent begeleider. Elke vrijdag komen er kinderen, die extra zorg en aandacht nodig hebben. Die wil Samuel wel geven en zo biedt het werk op de hoeve ook een extra uitdaging.

Maar eerst op vakantie, op naar Turkije; waar een blauwe zee en warme zon op hem wachten. “Samen met Rudy, mijn oude vriend. Wij passen perfect bij elkaar, want hij is ADHD en dat betekent gewoon: lekker druk.” En na de vakantie nog een keer naar Fon, misschien wel voor het laatst, want Samuel is er wel uit. “Ik heb eigenlijk nooit meer een aanval en als ik die krijg, weet ik wat ik moet doen. Ik heb weer zin om te leven.”