“Mijn baas zei: het gaat niet goed met jou Frank. Je moet er wat aan doen, anders ga je er aan onderdoor.”
Het ging niet goed met Frank op zijn werk. Hij sliep slecht, had bijna elke avond nachtmerries. Beelden die hij soms ook overdag voor zijn ogen zag. Alsof het allemaal weer gebeurde. De jongen die van de Martinitoren viel. En eerder al, de jongen die onder het ijs verdronk. Of misschien wel het meest naar, een jongen die zelfmoord pleegde in de jeugdsoos waar hij toen werkte. Frank is inmiddels 60 jaar, maar de herinneringen aan al die doden laten hem niet los.
“Mijn baas zei: het gaat niet goed met jou Frank. Je moet er wat aan doen, anders ga je er aan onderdoor.” Frank werkt op een sociale werkplaats en kreeg gelukkig alle tijd en ruimte om te herstellen. Via de huisarts vond hij hulp bij Molendrift. Frank: “Ik wist niet waar ik aan begon. Ik ben maar met de hulpverlening meegegaan, een sprong in het diepe. En kijk nou, nog geen jaar verder en ik voel me weer een stuk beter, opgeruimd. Anders misschien, je leert jezelf beter kennen.” Lees hieronder hoe Frank dat gelukt is.
Traumatisch
Frank komt via de huisarts in behandeling bij Marjolein Siemons, orthopedagoog generalist en cognitief gedragstherapeut bij Molendrift. “Die eerste keren heb ik van alles verteld. Je wil het kwijt hè, wat je dwarszit. Marjolein stelde ook vragen over mijn hele leven. Hoe ik was opgegroeid. Wat ik allemaal gedaan heb, school en werk, familie en vrienden. Mijn moeder is twee jaar geleden overleden. Met mijn vader heb ik weinig contact, maar met mijn broer is het contact juist beter geworden. Het is fijn en belangrijk om een persoon te leren kennen, dat je serieus wordt genomen.” Marjolein vraagt haar stagaire Christina de Groot erbij en samen gaan ze aan de slag. Christina heeft ruime ervaring in het (speciaal) onderwijs en is nu bijna klaar met haar master orthopedagogiek, een ervaren kracht.
Frank: ”Dat ik zo vaak zo dicht bij de dood heb gestaan. Dat geloof je toch niet. En toen dat allemaal gebeurde wist ik ook niet wat mij overkwam. Ik stond bij de Martinitoren, springt er een jongen naar beneden. Patsboem, zomaar, direct naast mij op de stoep. Er waren wel meer mensen en één man zei ‘kom maar even mee naar de V&D, dan kunnen we wat bijkomen’. Die heeft mijn ouders toen gebeld. Die hebben mij opgehaald. De volgende dag moest ik nog een verklaring afleggen op het politiebureau. Wat ik gezien had. Maar daarna, tsja, dan ga je weer verder met je leven.” Ook die andere keren wordt er wel nagepraat over de gebeurtenis. Iedereen deelt zijn schrik en verdriet, maar lang duurt dat niet. “Ik zat op de middelbare school en het had goed gevroren. Een aantal jongens was over de ijsschotsen aan het springen op het kanaal dichtbij de school. Dat is gevaarlijk natuurlijk en dat ging ook mis. Eén jongen verdween onder de schotsen. Een andere jongen sprong er nog achteraan. Ik was op de plek gaan zitten waar de jongen onder het ijs verdween. Daar zat ik nog toen de hulpdiensten aankwamen. Die visten hem op. Helemaal blauw, uitpuilende ogen, een heel naar gezicht. Dat heb je nog nooit eerder gezien, zoiets.” De volgende dag komen alle leerlingen bij elkaar. Er is veel verdriet, maar ook daarna moet iedereen weer door met zijn leven. Frank: “En ik weet niet waarom, maar al die beelden kwamen weer terug. Na al die jaren. Ook die keer dat een jongen zich had opgehangen in de jeugdsoos. Ik kreeg nachtmerries. Ik voelde mij steeds slechter. Ik durfde de stad niet meer in. Ik zat maar thuis. Ik had nergens meer zin in.
Marjolein stelde toen voor om EMDR uit te proberen. Ik wist niet precies wat het was en of het zou helpen, maar als ik iets begin maak ik het ook af. Ik dacht, ik volg Marjolein, die heeft het mij goed uitgelegd, daar had ik wel vertrouwen in.”
Herbeleven
Frank krijgt een aantal sessies EMDR. “Ik moest van die stokjes vasthouden en naar een lichtbalk kijken. Op die balk gaat een lampje heen en weer. Dat lampje volg je met je ogen en ondertussen vertel je je verhaal. Je krijgt ook vragen, over wat er precies gebeurde. Eerst dacht ik, het doet niks, ik voel mij niet anders. Een beetje misschien, maar misschien had ik het zelf ook niet precies door. Later kreeg ik wel last van mijn darmen. En misschien is dat geen toeval, want Marjolein zei, het kan wel fysieke reacties oproepen.”
Als vervolg op de EMDR gaat Frank terug naar de plekken waar het allemaal gebeurde. “Dat heeft mij erg goed gedaan. Ik durfde er zelf niet meer heen. Als ik de Martinitoren zag, sloeg ik meteen een straatje om. Dat ik de toren niet meer hoefde te zien. Nu was Christina bij mij en dat was een enorme steun voor mij. Bij de toren zijn we geweest, bij het kanaal en ook nog bij de jeugdsoos. Ik ben ze enorm dankbaar dat ze meegingen. Wie wil er nu zoiets met je doen? Wie kan je anders daarvoor vragen?”
Frank merkt dat het helpt, de EMDR en het bezoek aan alle plekken. “Ik weet niet, het is natuurlijk bizar, dat dat allemaal gebeurde; dat ik er toen niet genoeg bij heb stil gestaan. Je bent nog jong en er gaat van alles door je kop. Het was gebeurd en iedereen ging verder. Pas nu, na de behandeling, snap ik het beter, kan ik het loslaten.”
Opgeruimd
Frank is blij en opgelucht. “Ik kan eindelijk weer genieten van de dingen die ik leuk vind. Ik sta weer stil als ik een snelle auto zie of een grote vrachtwagen. Daar houd ik van, dat was ik gewoon vergeten. Ik ben weer aan het werk. Mijn baas zegt ook. Je lijkt wel een andere Frank, veel rustiger. Vroeger schoot ik heel snel in het defensief, als iemand wat tegen me zei. Alsof ik bang was dat ik iets niet goed deed. Nu word ik soms wakker en blijf ik lekker nog even liggen, gewoon genieten. Mijn hoofd is dan leeg, alsof alles is opgeruimd. Het is soms net als een kind, dat je nieuwsgierig bent wat er gaat komen, wat de dag brengt. Ja, een andere Frank. Daar ben ik Marjolein en Christina heel dankbaar voor. Je leert jezelf toch op een andere manier kennen. Zo kan ik het wel zeggen.”