“Ik wil graag leren hoe ik minder boos kan zijn en hoe ik vriendinnetjes maak.”
Sanne zit in groep 7. Ze heeft weinig vriendinnen. Terwijl ze meestal gewoon aardig is. Toch heeft ze geen vriendinnetjes. Dat komt doordat de andere kinderen haar maar vreemd vinden. Sanne kan namelijk plotseling erg boos worden. Iedereen schrikt en is dan bang voor haar. Sanne wil graag leren hoe ze minder boos kan zijn. Ook wil ze graag leren hoe ze vriendinnetjes maakt. Daarom gaat ze naar Molendrift. Daar leert ze hoe het anders kan.
Eerst bespreekt Sanne wat ze allemaal wel goed doet.
Daarna gaat het over wat ze niet zo goed doet.
Sanne snapt daardoor nu beter hoe het bij haar werkt.
Ze wordt vaak boos als anderen gewoon maar naar haar kijken.
Ze leert ook hoe ze kan merken dat ze boos wordt.
Ze voelt dit altijd aan de kriebels in haar buik.
Ook maakt ze haar handen tot een vuist.
Dit wist ze eigenlijk niet van zichzelf.
Dan leert ze wat haar helpt om rustiger te worden.
Als ze merkt dat ze boos wordt, loopt ze even weg.
Soms helpt het ook om te zeggen dat ze boos wordt.
De andere kinderen weten dan dat ze haar even met rust moeten laten.
Sanne voelt nog wel eens dat ze boos wordt.
Maar ze weet dan heel goed wat ze moet doen.
De andere kinderen vinden haar nu veel aardiger.
Ze heeft al een paar keer met een vriendinnetje gespeeld.