Tussenjaar als basisarts
Tussenjaar als basisarts
Molendrift heeft jaarlijks één plek voor een net afgestudeerd basisarts. Bijvoorbeeld te gebruiken om de keuze tussen een vervolgopleiding tot huisarts of psychiater beter te kunnen maken. Lees hieronder het verhaal van Marjolein Schotsman.
Marjolein Schotsman, 28 jaar, heeft haar tijd als basisarts bij Molendrift er bijna op zitten. Een zinvol en plezierig jaar, waarin werk prima viel te combineren met vrije tijd. Wat deed zij van half 9 tot 5 en kan zij zo’n tussenjaar ook aan andere basisartsen aanbevelen? Het gesprek is al een eind gevorderd, als het er bij Marjolein Schotsman spontaan uitkomt:
“Ik had nooit gedacht dat ik psychiater zou worden, dat is wel veranderd.”
Niet dat ze opeens toch een andere specialisatie kiest –in september start haar opleiding tot huisarts, maar toch: “Ik heb hier bij Molendrift gemerkt dat psychiatrie veel breder, meer omvattend is, dan ik vooraf gedacht had.
Tijdens eerdere coschappen, op de psychiatrieafdeling van een ziekenhuis, zag ik vooral volwassenen, die in crisis situaties opgenomen werden. Bij Molendrift zie ik ook veel kinderen en hun ouders. Een breed scala aan gedragingen, ernstig en minder ernstig. Je hoort de verhalen achter het gedrag, waarbij elke situatie weer verschillend is. Je hebt tijd voor elke cliënt. Door er zo intensief mee bezig te zijn heb ik een andere kijk gekregen op de psychiatrie."
“Het is heel prettig om voldoende tijd te hebben voor je cliënten.”, zegt Marjolein. “En dat is ook van belang, omdat je met kinderen te maken hebt. Die schrijf je niet zo maar medicijnen voor, zeker niet omdat ze zich nog zo snel ontwikkelen en nog groeien.”
Jonge kinderen komen altijd met hun ouders. Jongeren, vanaf 16 jaar, kiezen zelf of ze alleen of met hun ouders willen komen, volwassenen komen alleen of met hun partner.
Marjolein: “Je begint met luisteren, horen hoe het gaat, of ze nog iets leuks hebben meegemaakt. Kinderen kunnen zo’n bezoek aan de dokter best spannend vinden, ook al dragen we geen witte jas. Als een kind zich op zijn gemak voelt, vertelt ze ook meer over de andere zaken, de dingen die van belang zijn in de behandeling. Hoe het thuis gaat en op school, zijn er nog dingen veranderd.
“Als het kind zijn verhaal heeft gedaan, check ik bij de ouders wat hun kijk hierover is. Hebben zij nog aanvullingen die ik moet weten.” Soms zitten die niet op één lijn. Aan mij is het dan om te zorgen dat we met z’n allen tot consensus komen.
Meten en wegen, het opnemen van de bloeddruk, hoort ook standaard bij elk onderzoek. “Als er geen contra-indicaties zijn, dan kan ik het medicijn, conform de richtlijnen voorschrijven en gaan we de proefperiode in.”
Marjolein ziet alleen cliënten die in behandeling zijn bij Molendrift. Cliënten waarbij de behandelaar inschat dat medicijnen nodig zijn om de behandeling te ondersteunen of versnellen. In sommige gevallen is de situatie zo ernstig, dat een cliënt de medicatie (tijdelijk) nodig heeft om te kunnen blijven functioneren of beter te functioneren.
Marjolein: “Mijn eerste taak is het inschatten van de ernst en noodzaak van de medicatie. Begrijp ik de verwijzing van mijn collega, klopt het met het verhaal dat een cliënt mij vertelt? Welk medicijn is geschikt voor deze cliënt, in welke dosering? Wat vinden de cliënt en ouders er van? Is een cliënt in staat om de medicijnen op tijd, met vaste regelmaat te slikken? Moeten de ouders, school of anderen daarbij ingeschakeld worden?
Bij twijfel overleg ik met een van mijn collega’s, Elly Hummel of Brenda Waggeveld, die als psychiater bij Molendrift werken. Medicijnen zijn nooit eerste keus in de behandeling bij Molendrift. Medicijnen zijn ook nooit de enige keus.
Pillen kunnen helpen, maar maken je niet beter.
We schrijven dus alleen medicijnen voor in combinatie met de behandeling.”
Bij Molendrift denken ze niet lichtvaardig over het gebruik van medicijnen. Marjolein: “Er zijn duidelijke richtlijnen, die we volgen bij het voorschrijven. We houden de werking en mogelijke bijwerkingen nauwlettend in de gaten.
Als ik voor het eerst medicatie voorschrijf bel ik altijd binnen 3 weken op, om te controleren hoe het gaat. Werken de pillen? Zijn er bijwerkingen? Valt de ouders iets op in het gedrag van hun kind?
Na 6 weken zie ik een cliënt weer en volgen dezelfde vragen. Hierbij besteed ik ook uitgebreid aandacht aan de beleving van het kind. Het lichamelijk onderzoek moet bevestigen dat kinderen gezond blijven en doorgroeien. Zien we afwijkingen dan kijken we nauwkeuriger. Zo nodig kunnen we de dosis aanpassen of overschakelen naar een ander medicijn.
Ook als alles goed gaat, zien we cliënten met vaste tussenposen terug, minimaal elk half jaar. Gaat het niet goed, op welke manier dan ook, dan kan een cliënt altijd bellen.”
Marjolein heeft afgelopen jaar geleerd lastige gesprekken te voeren. Als onderwerpen gevoelig liggen is het soms een kwestie van bespreekbaar maken en laten merken dat het heel normaal is om over te praten.
“Natuurlijk voel je je eerst ongemakkelijk als je een cliënt vraagt naar zijn seksbeleving of zelfmoordgedachten".
"Toch moet je dit als dokter in specifieke gevallen weten. Ik heb hier geleerd er gewoon over te beginnen, op een neutrale toon. Vervolgens merk je dat het ongemak uit het gesprek verdwijnt en gewoner wordt om over te praten.
Door de lading van het onderwerp te halen, geef je een cliënt de mogelijkheid om te vertellen wat hij of zij kwijt wil. Als dokter is het belangrijk om alles bespreekbaar te maken en essentieel als een cliënt met zelfmoordgedachten rondloopt.”
Elke week heeft Marjolein supervisie van Brenda en/of Elly, haar directe collega’s. Marjolein: “Je brengt de dingen in, die je lastig vindt en zoekt samen naar oplossingen.
Soms zit je met ouders of behandelaren niet op een lijn of zijn er vragen over medicatie of bijwerkingen. Dan is het fijn om te overleggen met ervaren psychiaters. Je wilt bijvoorbeeld niet in een welles-nietes spel terechtkomen met ouders. Vaak zitten er zorgen van ouders en reageren ze daarom op een bepaalde manier. De kunst is om dit boven water te krijgen en daar dan op in te gaan, zodat je samen tot een compromis kan komen.”
Het jaar bij Molendrift zit er bijna op voor Marjolein. Ze had kunnen blijven, maar kiest er voor om zich te gaan specialiseren tot huisarts.
“Ik kan het iedereen aanbevelen, zo’n jaar bij Molendrift".
Een logische stap als je er over denkt om in de psychiatrie of kinder- en jeugdpsychiatrie te werken. Tegelijk weet ik zeker dat ik straks in mijn opleiding als huisarts enorm profijt heb van mijn jaar bij Molendrift. Bij de huisarts komen ook veel mensen met psychische problemen, door mijn opgedane kennis hier, hoop ik ze beter te kunnen helpen.